Heritage

Dutch Design Daily

1 / 1

By
[Z]OO producties www.zooproducties.nl

Gerard Unger

By 25-11-2018

In Memoriam Gerard Unger  (1942 – 2018)

Afgelopen vrijdag, 23 november 2018, overleed 76 jaar oud de letterontwerper Gerard Unger.Een paar maanden eerder was in de zomer zijn vrouw Marjan gestorven, waar hij aan het begin van hetzelfde jaar nog hun vijftigjarige huwelijk mee had gevierd. Zes jaar eerder, in 2012, waren beiden hun enige dochter kwijtgeraakt. Die immense dreun vingen ze gedeeltelijk op door zich nog intensiever te verdiepen in hun passies. Voor Marjan was dat het sieraad, voor Gerard de letter. Over het sieraad schreef Marjan een standaardwerk, ze promoveerde op datzelfde onderwerp aan de universiteit Leiden en schonk haar omvangrijke collectie aan het Amsterdamse Rijksmuseum.

Nog langer dan via zijn huwelijk, had Gerard een relatie met letters, die ergens tijdens zijn middelbare schooltijd moet zijn ontstaan. Zijn schoolopleiding rondde hij niet af, waarna hij van de toen nog verplichte diensttijd vroegtijdig afzwaaide met een briefje waar ‘voorgoed ongeschikt’ op stond, om op de kunstnijverheidschool –de latere Gerrit Rietveld Academie– een lange reis te beginnen naar zijn punt op zijn horizon: het ontwerpen van letters.

Maar Unger zou Unger niet zijn als hij zich niet eerst grondig over het onderwerp zou inlezen. En op de foto die nooit is genomen, zien wij hem als student kunstnijverheid in de stille leeszaal van de lettergieterij Tetterode gebogen over een boek. Naast hem nog een stapeltje dat hem was aangereikt door professor Ovink, die daar toen esthetisch adviseur was. Unger las wat los en vast zat over drukletters, hun toepassingen, hun geschiedenis, en over hen die ze ontwierpen. Het was kennis die hij nooit zou kwijtraken, zou blijven aanvullen en die hem langzaam in de richtig stuurde om ze zelf te gaan ontwerpen.

Vanaf zijn eerste jaar op die kunstnijverheidschool, en de ongeveer vijfenvijftig jaren die erop volgden, zou hij iets van veertig –het is maar hoe je ze telt– lettertypen ontwerpen. Maar ook Unger heeft zijn metier moeten leren en daarvoor gebruikte hij de historie als uitgangspunt, het werk van zijn collega’s als inspiratie, en beschouwde de –in zijn loopbaan– steeds maar weer opnieuw veranderde zettechniek als uitdaging om de traditie van consensus te behouden.

Ongestoord lezen was hem dierbaar. Letters en andere typografische tekens hebben elk hun eigen basisstructuur te behouden, door ze zichtbaar op te bouwen uit rechte, kromme, dikke of dunne vormen. Families van die tekens krijgen hun gemeenschappelijke stijl door vormkeuzes consequent toe te passen. De leden van die letterfamilies, de fonts, onderscheiden zich weer van elkaar door ze rechtopstaand, schuiner, lichter, vetter of in een combinatie hiervan te tekenen. Binnen die grote variatie aan mogelijkheden heeft onderscheid én overeenkomst zijn essentiële werk te doen, hebben letters zich daarbij niet solitair te gedragen, maar zich juist soepel te verbinden tot woorden om zich vervolgens te formeren tot leesbare regels.

Unger vond dat al die variabelen onzichtbaar hadden bij te dragen aan het leesgemak en hij vond dat het gebruikte materiaal en gereedschap waarmee werd ontworpen de lezer niet zichtbaar mocht storen. Dit soort uitgangspunten maakte Unger’s werkterrein tot een dun snijvlak waarop hij had te balanceren als een ware letterjongleur. En over de jaren werd hij er steeds bedrevener in om alle grafische ballen tegelijkertijd functioneel en elegant in de lucht te houden.

En terwijl lezers zijn letters lazen, keken zijn collega’s hun ogen uit, en vertelde hij ook hen in zijn voordrachten, artikelen en boeken over de jaren heen steeds helderder over zijn kennis en ideeën. Al snel schreef hij erover zoals hij sprak. En dat waren begrijpelijke heldere zinnen waarin zijn woordkeus en dictie een ritme opriepen waarmee hij zijn publiek liet concentreren op wat hij hen te vertellen had.

Zo vertelde hij in zijn publicatie ‘Terwijl je leest’ de lezer hoe de klanken van de letters in je brein worden omgezet naar taal, betekenis en mededeling. En dat deed hij met zijn zelf geschreven woorden, gezet in zijn zelf ontworpen letters, die hij zelf had opgemaakt in zijn eigen boek wat je op datzelfde moment in je handen had en… aan het lezen was. Na zo’n driedubbele mentale redactionele salto haalde Unger je uit je lezersconcentratie en vond je jezelf terug met dat boek in je handen. Waarna je vervolgens weer snel Unger’s tekst indook.

Daar had Unger plezier in. Want zijn verbale begaafdheid in combinatie met zijn humor en grote kennis maakte hem een gesprekspartner als geen ander. Voedde je die dialoog –hij was altijd hongerig naar meer kennis– waren zijn antwoorden veelal een lange reis met verschillende omtrekkende bewegingen langs zijn opgedane ervaringen en verzamelde kennis om je uiteindelijk weer te laten landen daar waar jij je als vraagsteller bevond. En dat kon een stoel zijn in een onderwijsinstituut, een restaurant, of bij hem thuis.

Dat prachtige huis van hem en zijn vrouw is nu leeg, gesloten en zal worden overgedragen aan de Vereniging Hendrick de Keijzer, die er verder voor zal zorgen. Unger’s archief is overgedragen aan de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam, die er eveneens verder voor zal zorgen.

Wat wij verder nog hebben zijn Unger’s vele publicaties die hij schreef in zijn lange en indrukkende loopbaan op weg naar zijn punt op zijn horizon. En tenslotte hebben wij vele mooie herinneringen aan deze aardige man die –naast zijn andere werk– ons allen zijn lettertypen nalaat, die wij zullen blijven lezen.

Chris Vermaas

 

Deze tekst is ook te lezen op de website van de BNO (Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers)

Meer Gerard Unger > 30.11.2017

Photo: Henk Gianotten