28-08-2019
One week about

Dutch Design Daily

1 / 14

By

By

By

By

By

By

By

By

By

By

By

By

By

By
Hans Lensvelt www.lensvelt.nl

Hans Lensvelt

By 28-08-2019

ONE WEEK ABOUT Tien jaar Dutch designers in Milaan door curator David Heldt (Connecting the Dots), interviews door Viveka van de Vliet

De Milan Design Week is voor Hans Lensvelt dé plek om innovatieve producten in samenwerking met spraakmakende ontwerpers, kunstenaars en architecten te presenteren. Die toont de pionierende Lensvelt in nooit onopgemerkte en vaak prijswinnende presentaties. All New, de presentatie van dit jaar bij Ventura Centrale, kenmerkte zich door een grotere internationale focus: Lensvelt wil zich richten op toegankelijke ontwerpen voor de internationale markt. Tegelijkertijd vraagt hij zich af: hoe nu verder met Dutch Design?

Zo’n dertig jaar gaat Hans Lensvelt al naar de Salone in Milaan. De eerste jaren als bezoeker, sinds 2000 als mede-eigenaar van MOOOI samen met Marcel Wanders en Casper Vissers van label Moooi, en de laatste tien jaar als designmeubellabel Lensvelt. Hier weet hij vaak met iets spraakmakends te verrassen. De haast museale presentatie van Lensvelt in nauwe samenwerking met Atelier Van Lieshout (AVL) in 2012: ‘World War III / Furnification’, staat in ons geheugen gegrift. Het week in zowel omvang als opzet af van veel andere shows tijdens de Milan Design Week. Een grote fabriekshal werd gedomineerd door nieuwe meubels: AVL Cloud Table, AVL Koker Chair en AVL Spider Chair en door een enorme, blauw geschilderde replica van een Amerikaans kanon. Het geschut en de naam ‘Furnication’ – verwerpelijke seks tussen ongehuwden – stonden symbool voor de relatie tussen Van Lieshout en Lensvelt.

Lensvelt is ook het enige Nederlandse bedrijf dat de ‘Oscar voor de internationale designwereld’: de Milano Design Award Best Concept heeft gewonnen. En niet één keer maar twee keer achtereen. In 2016 samen met architecten Space Encounters voor The Boring Collection, en in 2017 voor de presentatie May I Have Your Attention, Please? met Maarten Baas en de Maarten Baas 101 Chair. Hans Lensvelt noemt het fantastisch. ‘Het is een enorme erkenning, het geeft blijk van de waardering voor wie we zijn en wat we doen.’

In 2018 was de presentatie Nothing New in samenwerking met Maarten Spruyt, ondanks de knipoog, ook weer opvallend nieuw en anders. En dit jaar lanceerde Lensvelt samen met Modular Lighting All New, waarbij nieuwe producten in samenwerking met Nederlandse en internationale architecten, ontwerpers en kunstenaars in de schijnwerpers stonden.

De lanceringen van nieuwe concepten en meubelontwerpen gebeurt nog altijd in Milaan, waar Lensvelt een brug slaat tussen de commerciële wereld en innovatieve designers en kunstenaars, waar het waardering oogst en nieuwe contacten opdoet. Het meubelmerk presenteert bewust nooit op de grote beurs in Rho-Fiera, zoals veel meubelmerken doen. ‘Wij anticiperen op de entourage, de sfeer van zo’n grote industriële ruimte zoals Stazione Centrale of Museo Diocesano. Dat past beter bij onze creatieve, wat anarchistische identiteit dan de meer sophisticated, established beurs waar je slechts een klein hoekje tot je beschikking krijgt.’

Maar voor Lensvelt roept het jaarlijkse presenteren in Milaan ook de vraag op: Hoe nu verder met Dutch Design? Voor Lensvelt is Dutch Design conceptuele vormgeving met een knipoog, zoals die aanvankelijk werd gemaakt door the Big Five: Marcel Wanders, Jurgen Bey, Richard Hutten, Piet Hein Eek en Hella Jongerius. ‘Zij hebben weliswaar Dutch Design op de kaart gezet, maar het is niet geworden wat ik verwacht had, zegt hij. ‘We zijn immers niet in staat geweest een serieuze industrie en distributie op te bouwen. Dat ook het echte vakmanschap ontbreekt in Nederland, helpt daar niet aan mee. Hoe enthousiast iedereen ook is, we zijn er in tegenstelling tot bijvoorbeeld het Italiaanse en het Scandinavische design, helaas niet in geslaagd Dutch Design in de buitenlandse huiskamers en kantoren te krijgen’, meent hij.

‘Bijna niemand wil het in huis hebben, de Nederlandse overheid al helemaal niet. Het is onbedoeld vooral de culturele en kunstminnende Amsterdamse grachtengordel-elite die het koopt. Dat voelt toch als mislukt’, zegt Lensvelt, nippend aan een glas witte wijn in zijn kantoor aan de Amsterdamse Herengracht.

‘De Nederlandse overheid sponsort de creatieve industrie maar koopt producten die niets met Dutch Design te maken hebben. Die overheid zou de creatieve industrie beter helpen wanneer ze zelf Dutch Design zouden gebruiken en toepassen. Daarmee zou het de Nederlandse creatieve industrie ook internationaal veel geloofwaardiger maken’, is zijn overtuiging.

‘De producten die nu door een aantal van deze big five worden ontworpen zijn overigens anno 2019 veel minder Dutch Design dan hun initiële ontwerpen in de jaren negentig waren. Zij hebben de slag gemaakt naar het midden; de ontwerpen zijn minder conceptueel, en meer commercieel’, constateert hij.

Lensvelt had zelf altijd al de missie: zoals de kok de allerbeste ingrediënten voor een maaltijd selecteert, biedt Lensvelt het gereedschap voor architecten en interieurarchitecten om de allerbeste innovatieve interieurs te creëren. Het label heeft sinds haar oprichting in 1962 altijd het doel gehad om kwalitatief hoogwaardig design beschikbaar maken voor een groter publiek. Lensvelt dat zich daarom ‘The Peoples Manufacturer’ noemt, werkt samen met conceptuelere ontwerpers en kunstenaars als Atelier van Lieshout, Maarten Baas en Studio Job, maar koos dit jaar ook voor een minder conceptuele en meer commerciële richting. Vandaar de samenwerking met B brand/Luc Binst, OMA, i29, Fabio Novembre en vooral Piet Boon en Baranowitz + Kronenberg. ‘We willen immers geen kunstwerken voor de happy few maar voor iedereen bereikbare, betaalbare, toepasbare en goed vormgegeven meubels maken, dat wil zeggen meubels die sober, functioneel en logisch zijn. En met een twist.’

Hans Lensvelt vindt dat de beurs nog altijd een ongekende dynamiek heeft. ‘Het concept van Milaan is niet veranderd in de afgelopen dertig jaar, behalve dat het veel groter is geworden. Er komen nu duizenden mensen, er zijn duizenden presentaties. De hele wereld strijkt er tijdelijk neer; het is inmiddels populair om productdesign te studeren en je in Milaan te willen presenteren. Het is fantastisch dat de Milanese bevolking die invasie zonder probleem accepteert, terwijl we hier, in Amsterdam, zeuren wanneer een in de Nederlandse cultuur geïnteresseerde toerist ook de openbare ruimte gebruikt’, zegt hij.

Na All New is volgend jaar het thema van Lensvelt Nothing At All waarbij hij zich serieus afvraagt of dat de volgende stap moet zijn. ‘We hebben in de afgelopen jaren veel geleerd. De eerste tijd was Milaan vooral een teambuilding-event als alternatief voor een lang weekend in de Ardennen. Later waren we vooral blij wanneer alles er fysiek stond.

Dit jaar ligt de focus dus op sales. Het doel is het opbouwen van een netwerk van buitenlandse distributeurs en het onder de aandacht brengen van de Lensveltproducten bij buitenlandse architecten en interieurarchitecten. Lensvelt: ‘Een fysiek product vormt slechts twintig procent van het traject. Daarna is er nog een hele lange weg te gaan die door veel beginnende ontwerpers wordt onderschat. De andere tachtig procent is vooral de marketing die ertoe moet leiden dat de distributie op gang komt zodat de producten echt in de huiskamers en kantoren terecht komen.’

Met dank aan Connecting the Dots
Interview: Viveka van de Vliet

Foto’s: Jan Willem Kaldenbach