26-08-2019
One week about

Dutch Design Daily

1 / 14

By

By

By

By

By

By

By

By

By

By

By

By

By

By
Jacco Bregonje www.felicerossi.it

Jacco Bregonje

By 26-08-2019

ONE WEEK ABOUT Tien jaar Dutch designers in Milaan door curator David Heldt (Connecting the Dots), interviews door Viveka van de Vliet

Jacco Bregonje voelt zich kosmopoliet. De Nederlandse industrieel ontwerper woont al sinds 1992 in Italië en heeft een plek in Nederland, werkt voor internationale bedrijven, en vliegt de hele wereld over. Elk jaar weer kijkt hij als een Nederlands ontwerper vanuit Italië naar de Nederlandse designers die in Milaan neerstrijken. ‘Ze veroveren de wereld in één week met hun pop-up catwalk.’

Industrieel ontwerper Jacco Bregonje beschouwt zo de Nederlandse ontwerpers die naar Milaan komen. De stad waar hij tien jaar geleden al samen met Marko Macura en het Italiaanse meubellabel Felicerossi exposeerde  in Zona Tortona.Enkele dagen voor de opening kwamen de Nederlanders met vrachtwagens tegelijk en bouwteams de Zona Tortona inrijden, weet Bregonje. ‘Dat was enigszins frustrerend, want wij moesten alles zelf financieren en opbouwen. Terwijl wij het hele jaar in deklei stonden, veroverde de Nederlandse designwereld in één week de stad.

Nederlanders denken en bewegen in groepen. Ze blijven bij elkaar, valt hem op. Italianen denken niet in groepen. De designwereld is in Italië heel beschermend; de ontwerpers van de oude generatie worden vaak pas op late leeftijd bekend en dragen het vak niet over aan de jonge generatie. Dit is in de afgelopen jaren wel wat veranderd, weet Jacco.

Zelf werkt hij met Nederlandse ontwerpers als Lex Pott en Dick van Hoff voor het Duitse merk Hartweil. ‘Het zijn nuchtere ontwerpers die entrepreneurs zijn geworden en contacten met de industrie leggen. De ego’s van toen bestaan nauwelijks meer, heb ik het idee. De ontwerpers van nu lijken de beurs in Milaan niet zo te interesseren. Dat circus vinden zij niet zo belangrijk.’

Voor hem is de beurs eerder een ‘proof of concept’, die hij gebruikt om een product zoals het innovatieve fornuis voor Boretti als proefballon te lanceren. ‘Het is een fantastische testcase want de hele wereld komt voorbij en je kunt kijken hoe erop wordt gereageerd, net als gebeurde met zijn experimenten met 3D-gebreide meubels, een innovatie uit de modeindustrie. Je ziet ook meer merken als Vitra, Lexus en Hermès samenwerken met kunstenaars en ontwerpers om een totaalbeleving van hun merk te creëren, zoals Jacco doet met Boretti of Hartweil.

Voor hem is Milaan ook de uitgelezen plek voor informele ontmoetingen en het uitwisselen van ervaringen. ‘Het menselijk contact is inspirerend.’

Als jonge ontwerper is het vandaag wellicht moeilijker om je te profileren en een toekomst op te bouwen, denkt hij. ‘Maar het vak is breder en meer geïntegreerd geworden en ontwerpers ontwikkelen verantwoordelijkheid als creatieve geesten die kunnen bijdragen aan het oplossen van problemen in de wereld.’

Het lijkt alsof Dutch Design in 1993 met Droog Design op de kaart is gezet. Dat ziet Jacco echt anders. Voor hem begon Dutch design al bij Aldo van den Nieuwelaar, Bruno Ninaber en Friso Kramer. In elk geval vertrok hij naar Italië, een jaar voordat zijn Nederlandse generatiegenoten er met Droog zouden neerstrijken.

‘Daar gebeurde het’, wist hij. Hij liep er stage bij Maarten Kusters. Dat klikte. Wat begon als een kort verblijf resulteerde in een succesvolle carrière van tien jaar bij Whirlpool Corporation. Hij voelde zich aanvankelijk een soort expat of toerist die Italië met een roze bril bekeek, intussen werd hij een Nederlandse ontwerper die voor grote Italiaans bedrijven ging werken. Hij woont nog altijd met zijn vrouw – modestylist Mirjam Breukers – aan het Lago Maggiore.

‘Wij keken in die tijd al met verbazing naar de Nederlandse designers’, vertelt hij. ‘In Italië moet je als ontwerper alles aanpakken, anders blijf je niet overeind. De motor van het vak is de industrie, de ontwerper is daar dienstbaar aan, en de politiek heeft geen culturele agenda. In Nederland bestaat de maakindustrie weliswaar nauwelijks meer en werd de overheid de motor die cultuur ondersteunt. Het is natuurlijk fantastisch dat ontwerpers worden gedragen door de overheid. Veel goede designers konden daardoor internationaal doorbreken, ze werden ego’s van het kaliber popster en kregen de mogelijkheid met overheidsgeld dingen uit te proberen, te experimenteren,’ zegt Bregonje. Hierdoor ontstaat een nuanceverschil in het soort werk en type ontwerper, ziet hij. ‘Maar doordat de Nederlandse ontwerper meer entrepreneur is geworden en contact zoekt met de industrie, en de Italiaanse ontwerpers naar het Dutch design hebben gekeken, groeien ze naar elkaar toe. Dat maakt het voor mij makkelijk om in beide landen te werken’, zegt hij.

Als een nomade reist Bregonje de wereld over, altijd aan het werk. Hij zoog alles op als een spons en leerde veel, die spons lijkt hij nu te kunnen uitknijpen. Als zelfstandig ontwerper ontwikkelt hij merken, ontwerpt interieurs en is inmiddels creative director en mede-eigenaar van het Italiaanse meubellabel Felicerossi (waar hij en Marco Macura, maar ook onder andere Karim Rashid, Matali Crasset, Maarten Kusters en Toshiyuki Kita voor ontwerpen). Hij is creative director voor het Duitse merk in technisch keramiek Hartweil en lead designer voor hetNederlands/Italiaanse keukenmerk Boretti.‘Italië heeft nog altijd de industrie. Alles draait hier om kwaliteit, het zit in de genen van de trotse Italianen en inmiddels ook een beetje in mij.’

Met dank aan Connecting the Dots
Interview: Viveka van de Vliet

Portretfoto: Boudewijn Bollmann