19-08-2019

Dutch Design Daily

1 / 17

By

By

By

By

By

By

By

By

By

By

By

By

By

By

By

By

By
Tuttobene www.tuttobene.nl

Tuttobene – David Heldt en Victor le Noble

By 19-08-2019

ONE WEEK ABOUT Tien jaar Dutch designers in Milaan door curator David Heldt (Connecting the Dots), interviews door Viveka van de Vliet

Tien jaar geleden was Tuttobene een van de hotspots tijdens de Salone del Mobile in Milaan, het platform voor een divers, jong Nederlands designtalent waarbij duurzaamheid en innovatie hoog in het vaandel stonden. Inmiddels zet Vicor le Noble samen met Remco van der Voort Tuttobene voort als salesagentschap, en bezint David Heldt zich op een nieuwe toekomst.

Victor le Noble en Davidt Heldt  begonnen als pioniers in Milaan met hun eerste Nederlandse podium voor designtalent dat duurzaam design maakte, een nogal onbesproken onderwerp in Nederland in die tijd. Ze zetten de collecties van honderden ontwerpers in de schijnwerpers in vaak mooie exposities op steeds wisselende locaties in de stad. Tuttobene was een begrip en vormde een springplank voor designtalent dat veelal later (inter)nationaal doorbrak. Weltevree, Kranen/Gille en Basten Leijh zijn hier slechts enkele voorbeelden van. David: ‘Het doel was ambitieuze, kwalitatief goede ontwerpers die nieuwe dingen bedenken een podium te bieden. Dat kan net zo goed de Sandwichbike van Basten Leijh zijn of Doreen Westphal’s keramiek gemaakt van beton. Ik wilde niet een bepaalde stijl, een eenduidige uitstraling of alleen jonge en frisse ontwerpers onder de aandacht brengen, maar de ontwikkeling, de vernieuwing laten zien.’

Victor komt uit de meubelwereld, is zakelijker, wil zelf producten ontwerpen en verkopen. David had ervaring in het organiseren van exposities die Nederlandse vormgeving in het buitenland promoot, zoals in Japan waar hij in 2000 een grote expositie van Dutch Design in Nagoya organiseerde, en is meer degene die een visie creëert, ontwerpers een platform geeft en wil publiceren. Twee talenten die allebei in iets anders goed zijn. Het maakte ze samen sterker.

Omdat ze zelf ook ontwerpers zijn, was er verwantschap met ontwerpers. ‘We  voelden ons one of the boys’. Die persoonlijke band maakte Tuttobene anders’, zegt David, ‘tegenwoordig ben je toch meer de organisator.’ Ook hadden ze goede contacten met de overheid – ministeries, de EVD, de ambassade en het consulaat. En ze hadden een database. ‘Je had ons nodig om de wereld te bereiken, tegenwoordig heeft iedereen een database, MailChimp, een website, en eigen contacten met de pers.’

Tekenend voor die tijd waren ook de spraakmakende feestjes die bij de expositie hoorden en die zich kenmerkten door een wat studentikoze jeugdige sfeer met gratis bier en een ruw randje, zoals David en Victor het zelf formuleren. Zulke ongedwongen feestjes lijken te hebben plaatsgemaakt voor selectieve netwerketentjes met een creative chef.

Naast deze verschuivingen hebben Tuttobene en Victor en David zelf ook een verandering ondergaan in het afgelopen decennium. Terwijl Victor samen met Remco van der Voort van Tuttobene een salesagentschap voor onafhankelijke en zelfproducerende ontwerpers maakte, ging David alleen verder met zijn platform Connecting the Dots en de publicatie the Dots, voor alle Nederlandse ontwerpers en bedrijven die zich in Milaan presenteren. Hij kreeg er een aantal concurrerende platforms bij, zoals het internationale Ventura Projects van Margriet Vollenberg en het Nederlandse paviljoen Masterly van Nicole Uniquole.

‘De introductie van de ledlamp en 3D-printen heeft ontwerpers nieuwe manieren van ontwerpen gebracht’, zegt Victor. ‘Er kwamen innovatieve materialen waar prototypes mee gemaakt werden. De gimmick, zoals met catamaran van Weltevree of een porseleinen dildo van Guido Ooms en Davy Grosemans, is passé’, meent hij. ‘Je ziet dat storytelling in producten belangrijker wordt. Evenals marketing en branding.’

Dat de sector in zijn geheel zich goed heeft weten te branden, staat buiten kijf. Buiten de Italiaanse designers is de Nederlandse ontwerpwereld de grootste aanwezige in Milaan. ‘De communicatie binnen onze sector is een sector op zichzelf geworden. Je als ontwerper of merk zelfstandig presenteren is passé, je zult dat onder een paraplu van een publiekstrekker moeten doen die ook voor de communicatie zorgt’, weet David. ‘Daarvoor worden communicatiebureaus ingehuurd die nauwe relaties onderhouden met de media. Hiermee geeft de sector een belangrijk deel van de autonomie uit handen.’

Ontwerpers zijn in toenemende mate bezig met zichzelf te promoten en te branden, iets dat door de social media als Instagram belangrijk wordt gemaakt. Ze denken na waar ze bij willen horen, met wie ze gezien willen worden, of ze wel op de juiste plek staan. De focus lijkt minder op het product zelf te liggen’, vindt hij. Daarom meent hij dat ontwerpers moeten oppassen dat ze niet allemaal voor de grote gemene deler gaan werken. ‘Durf voor een kleine doelgroep te blijven ontwerpen, durf eigenzinnig te zijn. Daarin ligt namelijk de kracht van Nederlandse ontwerpers. Het belang van branding brengt dat in gevaar.’ Nederlandse ontwerpers staan juist bekend omdat ze ondernemend zijn, experimenteren, verbanden leggen tussen sectoren en de niet begaande paden durven te betreden. Dat is typisch Nederlands design: de diversiteit in stijl, materiaalgebruik en doelgroep.

Nederland stond met deze mentaliteit op de kaart als designland, al denkt David dat wat Dutch design was, voor een groot deel was ingegeven door het imago van Droog Design. ‘Er waren zeker ontwerpers die graag meeliften op het imago, maar er waren ook ontwerpers die zich daar helemaal niet in herkenden en zich er niet mee wilden associëren. ‘Die discussie kom ik eigenlijk niet meer tegen; waar je vandaan komt is tegenwoordig minder relevant. Dutch design is dead, leve Dutch design!’

Met dank aan Connecting the Dots
Interview: Viveka van de Vliet

Portretfoto: Boudewijn Bollmann