Longread | Nieuwe Instituut
‘Dutch, More or Less. Hedendaagse Architectuur, Design en Digitale Cultuur‘ is geopend bij het Nieuwe Instituut in Rotterdam en zal twee jaar lang te zien zijn. De ruim zeventig items uit ruim dertig jaar ontwerp uit Nederland zijn afkomstig uit alle drie de disciplines die bij het Nieuwe Instituut centraal staan: architectuur, design en digitale cultuur.
‘Dutch, More or Less’ begint met een sectie van iconische werken uit de jaren negentig, en verlegt in het tweede deel de nadruk naar hoe de grenzen tussen de drie disciplines steeds meer vervagen, in een gedeeld streven naar een betere wereld.
Daarnaast is gedurende de looptijd elke vijf maanden ruimte voor nieuw werk van een opkomende maker, die reflecteert op de toekomst van Nederlands ontwerp.
Er zijn ruim zeventig Nederlandse ontwerpers, architecten en digitale makers opgenomen: van iconen als OMA, Victor&Rolf, Iris van Herpen en Bas van Abel tot onverwachte namen, en van interactieve installaties tot mode-items, maquettes en meubelstukken.
Juist omdat Nederland zelf in allerlei opzichten is vormgegeven en geconstrueerd, bieden deze ruimten, objecten en interacties van oudsher een voedingsbodem voor nieuwe ideeën. De presentatie verkent aan de hand van verschillende vragen dan ook hoe de grenzen tussen de drie disciplines sinds de jaren negentig zijn vervaagd, gedreven voor urgente sociale en ecologische vraagstukken en nieuwe technologieën.



Iconische werken uit de jaren negentig
‘Dutch, More or Less’ start met een ‘trip down memory lane’ met verschillende iconische werken uit de jaren negentig. In een tijd van toenemende mondialisering en de opkomst van internet werd Nederlands ontwerp, vaak met steun van de overheid, snel van internationaal belang. Dit weerspiegelt in de kenmerkende speelsheid en positiviteit van de opgenomen werken uit de drie disciplines.
Onder andere te zien zijn de maquettes van het Circustheater Zandvoort van Sjoerd Soeters en Expo 2000 van MVRDV; de ‘long neck bottle van Hella Jongerius en de gatenstoel van Gijs Bakker; en digitale werken zoals ‘De Digitale Stad’ en de registratie van de ‘Doors of Perception’-conferentie van Mediamatic.




Van wat ze zijn naar wat ze doen
In het tweede deel van ‘Dutch, More or Less’ verschuift de nadruk dan ook van wat design inhoudt, naar wat het kan doen en betekenen. Sinds de jaren negentig vervaagden de grenzen tussen de drie ontwerpdisciplines steeds meer, in de gedeelde manieren waarop ontwerpers urgente maatschappelijke en ecologische vraagstukken benaderden – soms zo dat ze niet meer als afzonderlijk te onderscheiden waren.
De werken in dit deel, afkomstig van na de eeuwwisseling, zijn niet langer geclusterd naar discipline, maar aan de hand van zes mogelijke vragen over hoe we vandaag de dag kunnen kijken naar de Nederlandse ontwerppraktijken. Hoe ontwerp je met de natuur, in plaats van ertegen? Welke intelligenties hebben we nodig in de toekomst? En wat is Nederlands eigenlijk?





Wisselende commissies
Tot slot biedt ‘Dutch, More or Less’ gedurende de looptijd elke vijf maanden ruimte aan nieuw werk van opkomende ontwerpers, die onder de titel ‘Wat komt hierna?’ onderzoeken in welke richting Nederlands ontwerp zich in de toekomst zou kunnen bewegen.
De eerste ontwerper op deze plek is de in Amsterdam gevestigde digitaal kunstenaar en illustrator Black Childish (Mickaël Mehala). Op een speelse wijze combineert hij de felle kleuren, cultuur, natuur en figuren van zijn geboorte-eiland Martinique met een vertrouwd Nederlands ontwerp: het bekende zwart-witgestreepte stoplicht. Zijn werk is te zien tot 20 oktober 2024, waarna het wordt opgevolgd door Estelle Bariol / Studio ACTE.


Aric Chen, algemeen en artistiek directeur van het Nieuwe Instituut zegt: “Dutch, More or Less toont niet alleen het gedurfde en innovatieve karakter van Nederlands design, architectuur en digitale cultuur. Het laat ook zien hoe veelbelovend de combinatie met nieuwe benaderingen en interacties die verder gaan dan de afzonderlijke disciplines is. Iets dat ook hard nodig is, gezien de urgente huidige sociale en ecologische uitdagingen.”
Ruimtelijk tentoonstellingsontwerp: Koos Breen en Jeannette Slütter
Grafische vormgeving: Jacob Hoving
Fotografie: Aad Hoogendoorn