Vertrutting kunstonderwijs is ander probleem dan versmelting kunst en ontwerp

Bob Verheijden

Onderwijs | Opinie

Opinie | Bob Verheijden, Directeur Art & Design ArtEZ University of the Arts

Dit artikel is een reactie op het opiniestuk De vertrutting van de kunstacademie van Lucas Verweij.

In zijn artikel hekelt Lucas Verweij het vervagen van de grenzen tussen Kunstenaars en Ontwerpers door het nieuwe beroepsprofiel Fine Art & Design. Hoewel hij daarin een punt heeft dat debat verdient, lopen in zijn betoog twee verschillende discussies door elkaar: de versmelting van kunst en design enerzijds, en de bureaucratische inperking van het kunstonderwijs anderzijds. Die verwarring is problematisch, want beide fenomenen verdienen een eigen analyse — en vooral een eigen kritiek.

Laat ik beginnen met waar ik het met Verweij eens ben. De invoering van het Bolognaproces, en specifieker de plaatsing van kunstacademies binnen het hbo, heeft geleid tot een verstikkende verantwoordingscultuur. Wat ooit een vrijplaats was voor experiment, twijfel en zoeken, wordt nu steeds meer gedwongen in formats van leeruitkomsten, toetsmatrijzen en andere wettelijke kaders. De artistieke ruimte waarin het ‘niet-weten’ en het kritische bevragen centraal staan, wordt platgeslagen door een onderwijstaal die nauwelijks iets begrijpt van creativiteit. Deze bureaucratisering is inderdaad een vorm van ‘vertrutting’ die navolging oproept in het onderwijs en uit eindelijk de studenten zelf— en een bedreiging vormt voor de autonomie van het kunstonderwijs.

Maar dat staat los van de discussie over het onderscheid tussen kunst en ontwerp. Hier raak ik Verweij kwijt. De versmelting van beide domeinen is geen probleem — sterker nog, het is een noodzakelijke en logische ontwikkeling. De traditionele scheiding tussen kunst en design is immers een construct die teruggaat op een modernistisch wereldbeeld: design als functionele dienstbaarheid, geboren uit industrialisatie, kolonialisme en de mythe van maakbaarheid. Dat design heeft de wereld niet alleen verbeterd, maar ook medeverantwoordelijkheid gedragen voor uitputting, vervuiling en sociale ongelijkheid.

Juist daarom is het waardevol dat Design  opnieuw aansluiting zoekt bij de kunsten — bij het kritische, het poëtische, het ontregelende. Design dat niet primair wil oplossen, maar wil bevragen. Niet vullen, maar leegte durft laten. In die zin is de keuze van het Overlegorgaan Kunstonderwijs (OBK) om kunst en design niet meer strak te scheiden, geen capitulatie, maar een kans. Een uitnodiging om design te kunnen herijken vanuit een artistiek, onderzoekend perspectief binnen de ruimte die het voorgestelde beroepsprofiel Kunst & Design juist geeft.  Daarnaast geeft de nieuwe opzet juist ruimte om “autonoom” een invulling te geven aan de profielen van de verschillende disciplines binnen kunst en design. 

Dat betekent niet dat verschillen er niet meer toe doen. Natuurlijk zijn er verschillen tussen Design (toegepaste kunst) en autonome kunst. Tussen interdisciplinaire praktijken en specialistische disciplines. Tussen commerciële (galerie) circuits en geëngageerde collectieven. Maar juist die rijkdom is wat kunstonderwijs vitaal maakt. Het is een misvatting te denken dat die complexiteit beheersbaar wordt door te categoriseren tussen Kunst en Design. Wat we nodig hebben is een omarming van het hybride, het ambigue en het experimentele.

De echte bedreiging voor het kunstonderwijs zit niet in de versmelting van disciplines, maar in de systematische beheersdrift die het hbo onder druk zet. Specifiek voor de kunstensector zijn daar nog de politieke vooroordelen die de kunsten onder druk zetten. Dáár ligt de strijd. Laten we die helder voeren.

Portretfoto: Nico van Manen

Meer Onderwijs

Animatie

Afstudeerfilms – Masters of Animation 2025

Avans Master of Animation

17.09.2025
Bekijk alle 160 stories van Onderwijs