De jaren 1950 markeerden het begin van het plastic tijdperk. Sindsdien is de wereldwijde productie van plastic gestegen tot een verbazingwekkende 300 miljoen ton plastic per jaar. Een groot deel van dit plastic komt als microplastic in ons milieu terecht en veroorzaakt grote problemen voor de natuurlijke systemen van onze planeet.
De kledingindustrie levert een grote bijdrage aan dit probleem en is verantwoordelijk voor 4% tot 35% van de vervuiling door micro- en macroplastic, voornamelijk afkomstig van afgedankte synthetische kleding.
Als antwoord op dit probleem ontwikkelde Wetlands alternatieven voor plastic outdoorkleding door een waterbestendig en 100% biologisch afbreekbaar materiaal te ontwikkelen van wol, linnen, lijnzaadolie en zeewierderivaten. Om het gebruik ervan te demonstreren, werd het materiaal getransformeerd in een stijlvolle outdoorjas die bestand is tegen lichte tot matige regen.




Naast materiaalinnovatie was een belangrijke focus van het project om te onderzoeken of en hoe ecosysteem revitalisatie geïntegreerd kon worden in het materiaalontwerp en productieproces. Dit onderzoek vond plaats in de Hemelrijkse Waard, de uiterwaarden langs de Maas tussen Lithoijen en Oijen.
Door middel van een diepgaand etnografisch onderzoek van het landschap ontdekte het project manieren om plantaardig materiaal afkomstig van het behoud van ecosystemen en landschapsonderhoud te gebruiken om natuurlijke kleurstof te produceren. Dit proces resulteerde uiteindelijk in drie onderscheidende kleuren, die elk werden gebruikt om het materiaal in diepe, verzadigde tinten te verven. Hiermee creëerde Wetlands niet alleen een milieuvriendelijk alternatief voor synthetische kleding, maar onderzocht het ook hoe (materiaal)ontwerp kan bijdragen aan ecologisch herstel.



